Betekenis van:
wood
wood
Zelfstandig naamwoord
- het harde binnengedeelte van bomen en heesters
- the hard fibrous lignified substance under the bark of trees
Hyperoniemen
Hyponiemen
wood
Zelfstandig naamwoord
- soort hout
- the hard fibrous lignified substance under the bark of trees
Hyperoniemen
Hyponiemen
wood
Zelfstandig naamwoord
- de gezamenlijke houten instrumenten in een orkest
- any wind instrument other than the brass instruments
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
wood
Zelfstandig naamwoord
- aangelegd bos
- the trees and other plants in a large densely wooded area
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
wood
Zelfstandig naamwoord
- de gezamenlijke bomen
- the trees and other plants in a large densely wooded area
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
wood
Zelfstandig naamwoord
- met geboomte begroeid stuk grond; verzameling bomen
- the trees and other plants in a large densely wooded area
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
wood
Zelfstandig naamwoord
- houtblazer, houtblazers
- the trees and other plants in a large densely wooded area
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
wood
Zelfstandig naamwoord
- English writer of novels about murders and thefts and forgeries (1814-1887)
Synoniemen
wood
Zelfstandig naamwoord
- United States painter noted for works based on life in the Midwest (1892-1942)
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Wood floats.
- Wood burns.
- Touch wood!
- They also sold wood and wood products.
- Termites eat wood.
- Dry wood burns well.
- "Now," said Mr. Wood.
- Wood is flammable.
- Dry wood burns quickly.
- Carpenters cut wood.
- Wood burns easily.
- Wood floats in water.
- This wood won't burn.
- Now, said Mr Wood.
- A wood floor is beautiful.