Betekenis van:
Amerikaans

Amerikaans (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • variant v.h. Engels

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik ben Amerikaans.
  2. Deze student is Amerikaans.
  3. Ik ontmoette een Amerikaans meisje.
  4. Ben je Amerikaans of Frans?
  5. Hij is niet Amerikaans maar Engels.
  6. Er zijn enkele verschillen tussen Brits en Amerikaans Engels.
  7. Mijn naam is Roemeens, de zijne is Amerikaans.
  8. Brits Engels verschilt in veel opzichten van Amerikaans Engels.
  9. Amerikaans-Samoa
  10. Midden-Amerikaans spieshert
  11. Peach mosaic virus (Amerikaans),
  12. Midden-Amerikaans kaalstaartgordeldier
  13. Zuid-Amerikaans kaalstaartgordeldier
  14. Nationaliteit: a) Amerikaans, b) Jemenitisch.
  15. Plum line pattern virus (Amerikaans),