Betekenis van:
Engels
Engels (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- Engelse taal
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Ze spreekt altijd Engels.
- Spreekt hij Engels?
- Zijn Engels is perfect.
- Ellen spreekt geen Engels.
- Spreekt hier iemand Engels?
- Ik kan Engels spreken.
- Je spreekt goed Engels.
- Tony spreekt goed Engels.
- Hij is leraar Engels.
- Spreekt u Engels?
- David Beckham is Engels.
- Engels is moeilijk hè?
- Spreken jullie Engels?
- Je spreekt vloeiend Engels.
- Excuseer, spreekt u Engels?