Betekenis van:
Heiland
Heiland (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- Messias; verlosser volgens het christelijk geloof; stichter van het christendom; Jezus Christus; heilsprofeet; inwoner Galilea; inwoner Nazareth
"op U mijn Heiland blijf ik hopen"
Synoniemen
- Christus
- Godmens
- Godslam
- Heilsprofeet
- Jezus
- Jezus Christus
- Lieveheer
- Mensenzoon
- Messias
- Opperherder
- Redder
- Zaligmaker
- de Redder
- de Verlosser
- godslam
- heilsprofeet
- mensenzoon
- messias
- opperherder
- redder
- Galileeër
- Nazareeër