Betekenis van:
aanbelangen

aanbelangen
Werkwoord
  • van belang zijn voor iemand
"Wat mij aanbelangt, mag dit best afgeschaft worden."
aanbelangen
Werkwoord
  • als onderwerp hebben

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De EIB en het EIF kunnen voor de agendapunten die hen aanbelangen, een vertegenwoordiger aanwijzen, die niet aan de stemming deelneemt.
  2. De technische specificaties inzake interoperabiliteit hebben ook gevolgen voor het gebruik van het spoor door de gebruikers, dus moet met de gebruikers overlegd worden over de aspecten die hen aanbelangen.
  3. De dienst helpt kinderen die behoefte aan opvang en bescherming hebben en verwijst hen door naar diensten en voorzieningen; hij biedt kinderen de gelegenheid hun zorgen te uiten, te praten over zaken die hen rechtstreeks aanbelangen, en met iemand contact op te nemen wanneer zich een noodsituatie voordoet.