Betekenis van:
aanbieden

Voorbeeldzinnen

1. Kan ik u aanbieden iets te drinken?
2. Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.
3. Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
4. Ik zou je een koffie aanbieden als je tijd had.
5. het te koop aanbieden,
6. Aanbieden van deelauto’s
7. aanbieden van levensverzekeringen;
8. Aanbieden van loodsen
9. Het zich aanbieden van prostituees
10. Wanneer zij afwikkelingsprocedure 6 aanbieden:
11. Openbare instellingen of organisaties die leermogelijkheden aanbieden
12. aanbieden van schade-, ziekte- en ongevallenverzekeringen;
13. de voorwaarden voor het aanbieden van postdiensten,
14. De mate waarin verleners van luchtvaartnavigatiediensten vrij luchtvaartnavigatiediensten kunnen aanbieden of niet langer aanbieden op luchthavens:
15. dat zij de netgebruikers zowel lange- als kortetermijndiensten aanbieden.