Betekenis van:
aanblaffen

aanblaffen
Werkwoord
  • iemand toesnauwen. ''(bij mensen)''
"Ik laat me niet door jou zo aanblaffen."
aanblaffen
Werkwoord
  • ergens naar blaffen. ''(bij dieren)''
"De gevangenen werden aangeblaft door de politiehonden."
aanblaffen
Werkwoord
  • op ruwe, bitse manier zeggen tot

Synoniemen

Hyperoniemen