Betekenis van:
aanblazen

aanblazen
Werkwoord
  • (van een vuur of een oven) aanwakkeren, door erop te blazen of door lucht aan te voeren
"De smeltovens worden aangeblazen met hete lucht."
aanblazen
Werkwoord
  • (van een blaasinstrument) doen klinken, door er op de juiste manier in te blazen
"Het aanblazen van een dwarsfluit is bepaald niet eenvoudig."
aanblazen
Werkwoord
  • emoties opwekken

Hyperoniemen

aanblazen
Werkwoord
  • met aspiratie uitspreken

Synoniemen

Hyperoniemen

aanblazen
Werkwoord
  • proefblazen op instrument

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. In de productie ondergaan ze dezelfde processen, zoals voorbereiding van de grondstof, mengen, temperen, spuitgieten, drogen, afwerken en aanblazen.
  2. Tijdens de test mag de geluiddemper niet worden gekoeld door het aanblazen van lucht om de normale luchtstroom rond het voertuig te simuleren.