Betekenis van:
aandoening
aandoening (de ~ | meervoud aandoeningen)
Zelfstandig naamwoord
- ziekte aan een bepaald lichaamsdeel
"een aandoening aan [een orgaan]"
"een chronische aandoening"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
aandoening (de ~ | meervoud aandoeningen)
Zelfstandig naamwoord
- de innerlijke gewaarwording zelf; gevoel; bepaalde gemoedsgesteldheid; gevoeligheid; het aangedaan zijn
"van aandoening"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
aandoening
Zelfstandig naamwoord
- toestand van ziekte
aandoening
Zelfstandig naamwoord
- ontroering
Voorbeeldzinnen
- longontsteking (ernstige respiratoire aandoening),
- Neurologische (hersen)aandoening, leukemie (kinderen)
- Middelmatige handicap (wegens fysieke aandoening)
- Zware handicap (wegens fysieke aandoening)
- een ernstige aandoening van het bewegingsapparaat;
- een ernstige aandoening aan het bewegingsapparaat;
- een ernstige aandoening van een of meer zintuigen;
- een ernstige aandoening van één of meer zintuigen;
- overlijden als gevolg van onverklaarde acute respiratoire aandoening.
- overlijden als gevolg van onverklaarde acute respiratoire aandoening.
- Heeft de betrokkene als gevolg van de in punt 2 aangekruiste aandoening(en) behoefte aan voortdurende verzorging of toezicht?
- Heeft de betrokkene als gevolg van de in punt 4.1 aangekruiste aandoening(en) behoefte aan voortdurende verzorging of toezicht?
- de ziekte of aandoening waarvoor het specifieke geneesmiddel of de categorie bedoeld is, komt uitsluitend bij volwassenen voor;
- het gaat om farmaceutische formules, ontwikkeld om aan de mens te worden toegediend bij de behandeling van een aandoening;
- Ongeoorloofde bekendmaking van een aandoening of een diagnose kan negatieve gevolgen hebben voor iemands privé- en beroepsleven.