Betekenis van:
aangaan
aangaan
Werkwoord
- wortels krijgen; wortel schieten
"aangaan van planten"
Synoniemen
Hyperoniemen
aangaan
Werkwoord
- betreffen, van belang zijn
"Dat gaat hem zeker aan."
aangaan
Werkwoord
- ingeschakeld worden
"Het licht ging ineens aan."
aangaan
Werkwoord
- in een zaak of relatie betrokken worden
"Hij is daarna een relatie met haar aangegaan."
Voorbeeldzinnen
- De nieuwe uitdagingen aangaan
- Eurojust mag geen leningen aangaan.
- Voor het aangaan van leningen
- De overheidsinstelling kan ook een lening aangaan.
- wanneer zij een zakelijke relatie aangaan;
- Het agentschap mag geen leningen aangaan.
- Bevoegdheden inzake het aangaan van betalingsverplichtingen en verstrekking van betalingsopdrachten
- Dit risico zou geen enkele particuliere ondernemer kunnen aangaan.
- De regering kan echter geen dergelijke verbintenissen aangaan zonder voorafgaande goedkeuring door het parlement.
- koper geen belastingheffing opgelegd zal krijgen door het aangaan van de voorgenomen transacties.
- Het Eurosysteem kan een beperkt aantal tegenpartijen uitkiezen voor het aangaan van „fine-tuning”-transacties.
- Eurojust moet ten minste samenwerkingsverbanden aangaan en onderhouden met ten minste:
- Indien nodig voor de vervulling van zijn taken kan Europol ook samenwerkingsverbanden aangaan en onderhouden met:
- In het licht van de staatssteunregels had de Staat nooit dergelijke verplichtingen mogen aangaan.
- opzettelijk verzwegen ziekten of aandoeningen bij het aangaan van het dienstverband.