Betekenis van:
aangelegd
aangelegd
Bijvoeglijk naamwoord
- niet natuurlijk gegroeid
"een fraai aangelegde tuin"
aangelegd
Bijvoeglijk naamwoord
- talentvol
"humoristisch/artistiek aangelegd zijn"
"ik weet niet of ik dit kan maken, ik ben niet zo technisch aangelegd"
Synoniemen
aangelegd
Bijvoeglijk naamwoord
- een aanleg hebben tot
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- lijnen die speciaal zijn ontworpen of aangelegd voor het goederenvervoer;
- Voor iedere tijdelijke functionaris mag slechts één dossier worden aangelegd.
- lijnen die speciaal zijn ontworpen of aangelegd voor het goederenvervoer;
- Voor de reserve die werd belast toen zij werd aangelegd
- Van elk serum moeten ten minste drie verdunningen worden aangelegd.
- Volgens het plan zullen kasreserves worden aangelegd en verder opgebouwd.
- Lineaire elementen die de voorgaande drie jaar door de landbouwer zijn aangelegd, waarvan:
- Er moet een bepaalde infrastructuur door AZ en AZ Vastgoed worden aangelegd en onderhouden.
- Gedurende de periode 1987-1996 heeft EDF belastingvrije bestemmingsreserves voor de vernieuwing van het RAG aangelegd.
- De vijvers moeten worden aangelegd met de op de locatie voorkomende natuurklei.
- De leidingen en brandkranen moeten zodanig zijn aangelegd en uitgevoerd dat bevriezing wordt voorkomen.
- Op de balans van BE is voor deze kosten al een voorziening aangelegd.
- „register”: een overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 280/2004/EG aangelegd, beheerd en bijgehouden register, waarin een overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG aangelegd register is opgenomen;
- Het wegennet moet door verdere hoofdverkeerswegen worden aangevuld, die moeten worden aangelegd naargelang de luchthaven verder uitbreidt.
- In de eerste plaats dient eraan te worden herinnerd dat deze infrastructuur tussen 1957 en 1960 werd aangelegd.