Betekenis van:
aangelegd

aangelegd
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet natuurlijk gegroeid
"een fraai aangelegde tuin"
aangelegd
Bijvoeglijk naamwoord
  • talentvol
"humoristisch/artistiek aangelegd zijn"
"ik weet niet of ik dit kan maken, ik ben niet zo technisch aangelegd"

Synoniemen

aangelegd
Bijvoeglijk naamwoord
  • een aanleg hebben tot

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. lijnen die speciaal zijn ontworpen of aangelegd voor het goederenvervoer;
  2. Voor iedere tijdelijke functionaris mag slechts één dossier worden aangelegd.
  3. lijnen die speciaal zijn ontworpen of aangelegd voor het goederenvervoer;
  4. Voor de reserve die werd belast toen zij werd aangelegd
  5. Van elk serum moeten ten minste drie verdunningen worden aangelegd.
  6. Volgens het plan zullen kasreserves worden aangelegd en verder opgebouwd.
  7. Lineaire elementen die de voorgaande drie jaar door de landbouwer zijn aangelegd, waarvan:
  8. Er moet een bepaalde infrastructuur door AZ en AZ Vastgoed worden aangelegd en onderhouden.
  9. Gedurende de periode 1987-1996 heeft EDF belastingvrije bestemmingsreserves voor de vernieuwing van het RAG aangelegd.
  10. De vijvers moeten worden aangelegd met de op de locatie voorkomende natuurklei.
  11. De leidingen en brandkranen moeten zodanig zijn aangelegd en uitgevoerd dat bevriezing wordt voorkomen.
  12. Op de balans van BE is voor deze kosten al een voorziening aangelegd.
  13. „register”: een overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 280/2004/EG aangelegd, beheerd en bijgehouden register, waarin een overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG aangelegd register is opgenomen;
  14. Het wegennet moet door verdere hoofdverkeerswegen worden aangevuld, die moeten worden aangelegd naargelang de luchthaven verder uitbreidt.
  15. In de eerste plaats dient eraan te worden herinnerd dat deze infrastructuur tussen 1957 en 1960 werd aangelegd.