Betekenis van:
aangezicht

aangezicht (het ~ | meervoud aangezichten)
Zelfstandig naamwoord
  • voorzijde van het menselijk hoofd
"wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht"
"iemand met twee aangezichten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

aangezicht
Zelfstandig naamwoord
  • het gezicht, het gelaat

Voorbeeldzinnen

  1. Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht.
  2. „Zieke” dieren vertonen in de regel één van de volgende symptomen, „ernstig zieke” dieren meer dan één: ademhalingsstoornissen, depressie, diarree, cyanose van onbeschermde huid of lellen, oedeem van kop en/of aangezicht, neurologische symptomen.