Betekenis van:
aangorden
aangorden
Werkwoord
- in riemen vastzetten
"De kinderen moeten goed aangegord worden."
aangorden
Werkwoord
- iets met een riem of band om het middel binden
"Hij kan maar beter zijn spullen aangorden."
aangorden
Werkwoord
- zich voorbereiden
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
aangorden
- zich gereedmaken (voor de strijd)