Betekenis van:
aangrijpen

aangrijpen
Werkwoord
  • pijnlijk in het gemoed treffen
"sterk aangrijpen"
"door angst aangegrepen"

Synoniemen

Hyperoniemen

aangrijpen
Werkwoord
  • met kracht aanpakken
aangrijpen
Werkwoord
  • aanvallen.
aangrijpen
Werkwoord
  • hevig ontroeren
aangrijpen
Werkwoord
  • (iets dat wordt aangegeven) overnemen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

aangrijpen
Werkwoord
  • ontroeren; ontroeren

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Exploitanten van installaties mogen de gelegenheid van de inwerkingtreding van de nieuwe verordening aangrijpen om hun FTK's te actualiseren.
  2. De Autoriteit wil deze herziening aangrijpen om bovenbedoelde gevoelige industriesectoren onder het toepassingsgebied van de multisectorale kaderregeling te brengen, onder voorbehoud van de in deel 26A.8 vervatte overgangsbepalingen.
  3. Detailhandelaren mogen de omschakeling met name niet aangrijpen om hun prijzen te verhogen en dienen ernaar te streven de prijsveranderingen tot een minimum te beperken wanneer zij na de omschakeling hun prijzen in euro vaststellen.
  4. De agrovoedingssector moet de kansen die nieuwe benaderingen, technologieën en ontwikkelingen met zich brengen, aangrijpen om zowel op de Europese als op de wereldmarkt in te spelen op de steeds wijzigende vraag.
  5. Het verdient eveneens aanbeveling deze mogelijkheid afhankelijk te stellen van het vervullen van een aantal voorwaarden door non-profitorganisaties, zodat de lidstaten zich ervan kunnen vergewissen dat terroristen deze ontheffing niet aangrijpen om dergelijke organisaties te misbruiken als dekmantel of hulpmiddel voor de financiering van hun activiteiten.
  6. De bedrijfstak van de Gemeenschap zal zijn prijzen wellicht enigermate verhogen, maar zal het feit dat de prijzen minder onder druk komen te staan ook aangrijpen om het verloren marktaandeel terug te winnen door concurrerende prijzen toe te passen ten opzichte van de Indiase producten.