Betekenis van:
aangroeien
aangroeien
Werkwoord
- als onderdeel uit iets groeien
"aangroeien aan [het lichaam]"
"bladeren groeien aan"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
aangroeien
Werkwoord
- zich vermeerderen
aangroeien
Werkwoord
- toenemen.
Voorbeeldzinnen
- Zonder de overheidssteun zouden de activiteiten van het LNE beperkter van omvang zijn, waardoor de omzet van de concurrenten van het LNE zou kunnen aangroeien.
- Het in artikel 1 bedoelde plan van herstelmaatregelen heeft ten doel de volwassen populaties van het noordelijke heekbestand te laten aangroeien tot ten minste 140000 ton.