Betekenis van:
aanjagen
aanjagen
Werkwoord
- (schrik of angst) veroorzaken; feller doen branden
"iemand schrik aanjagen"
"iets/iemand jaagt schrik/angst aan"
Synoniemen
Hyperoniemen
aanjagen
Werkwoord
- stimuleren, aanmoedigen; tot grotere inspanning aanzetten; sommeren; aansporen; aanzetten; bewegen tot; ertoe brengen; aansporen tot iets; onder druk zetten; aansporen
"mensen aanjagen tot [een hogere productie]"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
aanjagen
Werkwoord
- op het lijf jagen
aanjagen
Werkwoord
- voortjagen
aanjagen
Werkwoord
- harder doen branden