Betekenis van:
aanleggen

aanleggen
Werkwoord
  • (een wapen) richten
"op iets aanleggen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

aanleggen
Werkwoord
  • bezig zijn tot stand te brengen
"een bouwwerk/weg/spoorlijn aanleggen"
"een vuur aanleggen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

aanleggen
Werkwoord
  • tegen of om iets aanbrengen
"een thermometer aanleggen"
"een kind (aan de borst) aanleggen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

aanleggen
Werkwoord
  • een wapen in de vereiste stand brengen om te schieten
"Zij legden aan en schoten toen het bevel klonk om te vuren."
aanleggen
Werkwoord
  • aan de wal gaan liggen
"Na enige vertraging door de mist legde het schip aan in de haven."
aanleggen
Werkwoord
  • maken
"Er werd een weg aangelegd die de stad met het nieuwe vliegveld verbond."
aanleggen
Werkwoord
  • beginnen met werken
"het aanleggen met iemand"
"iets aanleggen"

Synoniemen

Hyperoniemen

aanleggen
Werkwoord
  • (een schip) aan de wal vast leggen
"verboden aan te leggen"
"het schip legde voor de kroeg aan"

Synoniemen

Hyperoniemen

aanleggen
Werkwoord
  • vastmaken
aanleggen
Werkwoord
  • een café aandoen
aanleggen
Werkwoord
  • tegen het lichaam leggen
aanleggen
Werkwoord
  • vastleggen
aanleggen
Werkwoord
  • doen

Voorbeeldzinnen

  1. Aanleggen van afvalwaterleidingen
  2. Aanleggen van stadsverwarmingsleidingen
  3. Aanleggen van rioleringsbuizen
  4. Aanleggen van voetgangerszone
  5. Aanleggen van enkele rijbaan
  6. het aanleggen van:
  7. Aanleggen van gazons
  8. Aanleggen van irrigatieleidingen
  9. Aanleggen van fietspad
  10. Aanleggen van terrassen
  11. Aanleggen van dubbele rijbaan
  12. Aanleggen van drainage
  13. Aanleggen van gastoevoerleiding
  14. Aanleggen van irrigatiekanalen
  15. Aanleggen van hemelwaterafvoerleidingen