Betekenis van:
aansprakelijk
aansprakelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- verantwoordelijk; aansprakelijk; aansprakelijk
"persoonlijk aansprakelijk"
"hoofdelijk aansprakelijk"
Synoniemen
Hyperoniemen
aansprakelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- verantwoordelijk, om vergoeding of betaling aangesproken kunnen worden
"De eerste stap zet u altijd door deze persoon schriftelijk aansprakelijk te stellen voor de toegebrachte schade."
Voorbeeldzinnen
- Deltafina en Universal, hoofdelijk aansprakelijk:
- Hij is aansprakelijk voor de bewaring ervan.”;
- (Dimon is hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk)
- Een ERIC is aansprakelijk voor zijn schulden.
- Passende vergoeding voor het aansprakelijk kapitaal
- Hij is aansprakelijk voor de bewaring ervan.
- De Commissie is aansprakelijk jegens derden.
- Hij is aansprakelijk voor de bewaring ervan.
- Transcatab en Alliance One International, hoofdelijk aansprakelijk:
- Hij is aansprakelijk voor de bewaring ervan.
- Naar buiten toe was de bijzondere reserve onbeperkt aansprakelijk.
- (SCC, SCTC en TCLT zijn hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk)
- Iedere verzekeraar is enkel voor zijn deel aansprakelijk.
- Dimon, de uiteindelijke moedermaatschappij van Agroexpansión, wordt evenwel aansprakelijk geacht.
- Hij is aansprakelijk voor de bewaring van deze middelen.