Betekenis van:
aanstaand
aanstaand
Bijvoeglijk naamwoord
- eerstvolgend, komend
"De volgende vergadering zal aanstaande maandag plaats vinden."
aanstaand
Bijvoeglijk naamwoord
- aanstaand
"aanstaande maandag"
"dinsdag aanstaande"
Synoniemen
Hyperoniemen
aanstaand
Bijvoeglijk naamwoord
- (van personen) die in de toekomst een hoedanigheid of functie zal hebben of vervullen
"een aanstaande moeder"
"als aanstaand voorzitter heb ik daarom aangedrongen op een allerlaatst ambtelijk overleg"