Betekenis van:
aanstoot
aanstoot
Zelfstandig naamwoord
- een ergernis
"Zit toch niet zo'n aanstoot te geven!"
aanstoot (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- irritatie; ergernis; ergernis; ergernis; ergernis
"aanstoot nemen aan [iets]"
"aanstoot geven"