Betekenis van:
aantal

aantal (het ~ | meervoud aantallen)
Zelfstandig naamwoord
  • hoeveelheid die uit afzonderlijke, telbare eenheden bestaat
"een flink/groot/hoog aantal"
"een toenemend/stijgend/oplopend aantal"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

aantal
Zelfstandig naamwoord
  • een telbare hoeveelheid
"Een aantal mensen was niet gekomen naar het feest."

Voorbeeldzinnen

  1. Er zijn een aantal problemen.
  2. Mike heeft een aantal vrienden in Florida.
  3. Tom heeft een aantal slechte investeringen gedaan.
  4. Ons land grenst aan een aantal landen.
  5. We hebben hier een aantal tasjes.
  6. Mike heeft een aantal vrienden in Florida.
  7. Ik vertrek voor een aantal dagen.
  8. Ik ontmoette een aantal wandelaars op de berg.
  9. Ze bekeek een aantal jurken en koos de duurste.
  10. Een aanmerkelijk aantal studenten wil naar de universiteit gaan.
  11. Als het aantal auto's toeneemt, neemt ook het verkeer toe.
  12. Ik heb Roemenië een aantal jaar geleden bezocht.
  13. Ik heb het woord een aantal keer voor haar herhaald.
  14. Het aantal personen met een hartziekte is toegenomen.
  15. In mijn bedrijf zijn er ook een aantal buitenlandse werknemers.