Betekenis van:
aantrekken

aantrekken
Werkwoord
  • (kleding) aandoen
"een jas/broek aantrekken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

aantrekken
Werkwoord
  • naar zich toe halen
"taart en fruit trekken wespen aan"
"zout trekt vocht aan"

Hyperoniemen

Hyponiemen

aantrekken
Werkwoord
  • een kracht uitoefenen die zaken naar zich toe doet bewegen
"De magneet trekt alle ijzerdeeltjes aan."
aantrekken
Werkwoord
  • ''iets ~'': kleding aandoen
"Ik ga even iets anders aantrekken."
aantrekken
Werkwoord
  • een stijgende lijn vertonen
"De economie trok vorig kwartaal flink aan."
aantrekken
Werkwoord
  • ''zich ~ van'': zijn gedrag wijzigen naar aanleiding van een uitwendige invloed
"Hij trok zich niets aan van die hoge boete en ging door met veel te hard te rijden."
aantrekken
Werkwoord
  • door trekken vaster doen sluiten
"veters aantrekken"
"een riem aantrekken"

Synoniemen

Hyperoniemen

aantrekken
Werkwoord
  • lid maken of in dienst nemen; (personeel) werven
"een nieuwe medewerker aantrekken"
"een schoot aantrekken"

Synoniemen

Hyperoniemen

aantrekken
Werkwoord
  • een gunstige indruk maken; aantrekkelijk zijn voor; aantrekkingskracht uitoefenen; aantrekkingskracht hebben
"dat plan trekt mij wel aan"
"zich tot iemand aangetrokken voelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

aantrekken
Werkwoord
  • aanlokken
aantrekken
Werkwoord
  • vaster doen sluiten

Voorbeeldzinnen

  1. Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.
  2. Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
  3. Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
  4. Het aantrekken van kapitaal
  5. Aantrekken van termijndeposito's
  6. Ekranas en Ecimex konden geen kapitaal aantrekken.
  7. Het daadwerkelijk aantrekken van een zwemvest, voor zover aanwezig;
  8. het daadwerkelijk aantrekken van een zwemvest, voor zover aanwezig;
  9. Het aantrekken en het gebruik in het water van reddingsvesten.
  10. Investbx zal KMO's bijstaan bij het aantrekken van kapitaal.
  11. Bovendien kunnen producten omwille van hun uitzicht kinderen aantrekken en voor hen een groot risico vormen.
  12. Uit onderzoek is gebleken dat kleine ondernemingen om een aantal redenen geen risicokapitaal willen aantrekken.
  13. Voor het uitzetten worden de netten schoongemaakt en wordt alles wat zeevogels kan aantrekken verwijderd.
  14. Beide EG-producenten konden binnen de groep waartoe zij behoorden kapitaal aantrekken.
  15. Om het nieuwe plan uit te voeren moest FSO een licentiegever aantrekken.