Betekenis van:
aanwassen
aanwassen
Werkwoord
- toenemen, aangroeien
"De rivier wies door de overvloedige regenval sterk aan en trad buiten zijn oevers."
aanwas (de ~ | meervoud aanwassen)
Zelfstandig naamwoord
- door aanslibbing of aanspoeling verkregen grond