Betekenis van:
aardewerk

aardewerk (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • vaatwerk uit aarde, leem of klei gevormd en gebakken
"Delfts aardewerk"

Synoniemen

Hyperoniemen

aardewerk
Zelfstandig naamwoord
  • gebakken vaatwerk en sierstukken, gevormd uit aarde, klei of leem. Keramiek

Voorbeeldzinnen

  1. Tom weet weinig over aardewerk.
  2. aardewerk
  3. Vervaardiging van sanitair aardewerk
  4. van gewoon aardewerk
  5. Vervaardiging van overig technisch aardewerk
  6. NACE 26.24: Vervaardiging van overig technisch aardewerk
  7. NACE 23.42: Vervaardiging van sanitair aardewerk
  8. van faience of van fijn aardewerk
  9. NACE 23.44: Vervaardiging van ander technisch aardewerk
  10. Het breiwerk is op het lichaam van aardewerk geplakt.
  11. Vaatwerk en andere huishoudelijke artikelen: van faience of fijn aardewerk
  12. Artikelen van keramische stoffen, n.e.g., van gewoon aardewerk
  13. Vaatwerk en andere huishoudelijke artikelen: van gewoon aardewerk
  14. Het betreft een samengesteld artikel vervaardigd uit aardewerk en breiwerk.
  15. Energie-gerelateerde CO2-emissie door de sector glas, aardewerk en bouwmaterialen, kiloton