Betekenis van:
aardig

aardig
Bijvoeglijk naamwoord
  • aantrekkelijk vooral door middel van kleinheid of schoonheid.

Synoniemen

aardig
Bijvoeglijk naamwoord
  • leuk; aangenaam, prettig; aangenaam, plezierig; met een positieve waardering; prettig; plezierig; prettig; heel prettig
"leuk en aardig"
"het is een aardig idee, maar het moet nog wel verder uitgewerkt worden"

Synoniemen

aardig
Bijvoeglijk naamwoord
  • behoorlijk; aanzienlijk; aanmerkelijk; behoorlijk; van belang; aanzienlijk; van groot belang; beduidend; ingrijpend; flink; aanzienlijk
"het is nog een aardig eindje lopen"
"de vissers verdienden een aardig centje bij met reddingswerk"

Synoniemen

aardig
Bijvoeglijk naamwoord
  • sympathiek; aardig; aardig
"(dat is) aardig van [Marie]"
"iets niet aardig van iemand vinden"

Synoniemen

aardig
Bijvoeglijk naamwoord
  • hartelijk

Synoniemen

Hyperoniemen

aardig
Bijvoeglijk naamwoord
  • vriendelijk; mild; hartelijk; vrijgevig

Synoniemen

Hyperoniemen

aardig
Bijvoeglijk naamwoord
  • zachtaardig en vriendelijk

Synoniemen

Hyperoniemen

aardig
Bijwoord
  • zeer, veel
"Ik heb aardig veel aarde gebruikt bij het ophogen van de tuin."
aardig
Bijwoord
  • aangenaam

Voorbeeldzinnen

  1. Tom drinkt aardig wat.
  2. Wees aardig voor anderen.
  3. Hij is erg aardig.
  4. Wat aardig van u!
  5. Wees aardig voor anderen.
  6. Wees aardig voor anderen.
  7. Hij is vandaag erg aardig.
  8. Judy is aardig tegen iedereen.
  9. Ze was heel aardig tegen iedereen.
  10. Je bent heel aardig
  11. Ze is niet alleen aardig, maar ook eerlijk.
  12. Ik vertelde haar dat je een aardig meisje bent.
  13. Hij is erg aardig. Hij spreekt nooit kwaad over anderen.
  14. Heb je door dat Tom je niet aardig vindt?
  15. Het is erg aardig van je om me zo'n mooi cadeau te sturen.