Betekenis van:
aars
aars
Zelfstandig naamwoord
- bij uitbreiding: achterwerk
aars
Zelfstandig naamwoord
- (ook aarsgat) anus
aars (de ~ | meervoud aarzen)
Zelfstandig naamwoord
- aars; anus; billen
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Toen stiet de aars een ruw lied uit
- Dit is meestal gelegen bij de rugvin (als de vis een rugvin bezit) of halverwege tussen de kieuwopening en de aars.