Betekenis van:
accelereren
accelereren
Werkwoord
- op een hogere versnelling overgaan, optrekken
"de auto accelereert"
"een atleet accelereert"
Synoniemen
Hyperoniemen
accelereren
Werkwoord
- optrekken
accelereren
Werkwoord
- versnellen
accelereren
Werkwoord
- de werking of ontwikkeling van iets begunstigen
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- De cyclus buiten de stad bestaat uit 13 fasen (stationair draaien, accelereren, constante snelheid, vertragen enz.).
- Iedere elementaire stadscyclus bestaat uit 15 fasen (stationair draaien, accelereren, constante snelheid, vertragen enz.).
- Tijdens een alternerende torsietest wordt de torsie gesimuleerd die het wiel ondergaat tijdens het remmen en accelereren.
- Primaire rijtaak: activiteiten die de bestuurder tijdens het rijden moet uitvoeren, zoals navigeren, manoeuvreren en bedienen, inclusief besturen, remmen en accelereren.
- Primaire rijtaak: activiteiten die de bestuurder tijdens het rijden moet uitvoeren, zoals navigeren, manoeuvreren en bedienen, inclusief besturen, remmen en accelereren.
- Er wordt een afwijking toegestaan van ± 2 km/h tussen de aangegeven snelheid en de theoretische snelheid bij accelereren, bij constante snelheid en bij vertragen met gebruik van de remmen van het voertuig.
- Er wordt een afwijking toegestaan van ±2 km/h tussen de aangegeven snelheid en de theoretische snelheid bij accelereren, bij constante snelheid en bij vertragen met gebruik van de remmen van het voertuig.