Betekenis van:
achteloos

achteloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder de vereiste belangstelling of zorg
"Die achteloze jongen keek niet eens op toen hij het afval op straat gooide."
achteloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • nonchalant; achteloos; nonchalant
"de verf is dik uitgesmeerd in achteloze penseelstreken"
"een achteloos gebaar"

Synoniemen

Hyperoniemen

achteloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • onbezorgd; onbekommerd; zorgeloos
"oorzaken ziet men ook buiten de landbouw: stroperij, achteloze recreanten en rapers van kievitseieren"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Zoals Advocaat-generaal Darmon in zijn conclusies in zaak C-5/89 heeft verklaard, „mag [men] niet achteloos voorbijgaan aan de mogelijke twijfels van sommige ondernemingen over de noodzaak tot aanmelding bij „ongebruikelijke” vormen van steun”.
  2. Aan opgestoken sigaretten die achteloos worden neergelegd en onbewaakt worden achtergelaten, is het risico verbonden dat een brand uitbreekt met alle gevolgen van dien (doden, gewonden en materiële schade).