Betekenis van:
achterdeur
achterdeur (de ~ | meervoud achterdeuren)
Zelfstandig naamwoord
- deur aan de achterkant
"de inbreker kwam binnen door de achterdeur te forceren"
"via een achterdeur"
Hyperoniemen
achterdeur
Zelfstandig naamwoord
- deur langs de achterkant van een gebouw