Betekenis van:
adjudant

adjudant
Zelfstandig naamwoord
  • een rang boven die van sergeant en sergeant-majoor
"Hij moest bij de adjudant komen."
adjudant
Zelfstandig naamwoord
  • een persoonlijke helper van een hooggeplaatst persoon
"Gelukkig kon hij altijd op zijn adjudant rekenen."
adjudant (de ~ | meervoud adjudanten)
Zelfstandig naamwoord
  • hoogste onderofficier, in rang onmiddellijk boven de sergeant-majoor
"een adjudant van de rijkspolitie"

Synoniemen

Hyperoniemen

adjudant
Zelfstandig naamwoord
  • stafofficier die aan vorstelijke personen, opper- of vlagofficieren is toegevoegd om deze in dienstzaken bij te staan

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Plaatsvervangend adjudant-generaal
  2. Adjudant van de president
  3. Secretaris 1 (sinds 19.10.2004) & adjudant-generaal
  4. Adjudant-generaal (bevorderd van het zuidwestelijke Regionaal Commando)
  5. Adjudant-generaal (voordien B8a, bevorderd van het Regionale Commando Zuidwest)