Betekenis van:
advocaat
advocaat (de ~ | meervoud advocaten)
Zelfstandig naamwoord
- rechtsgeleerde; iemand die iets verdedigt of bepleit; advocaat in strafzaken; rechtsgeleerde
"de advocaat pleitte voor vrijspraak"
"de advocaat hield een vlammend pleidooi"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
advocaat
Zelfstandig naamwoord
- pleiter, verdediger in rechtzaken
advocaat
Zelfstandig naamwoord
- alcoholische dikvloeibare drank van eieren
Voorbeeldzinnen
- De advocaat verwachtte Ben.
- Tom is een succesvol advocaat.
- Laat mij mijn advocaat opbellen.
- Waarom raadpleeg je niet persoonlijk een advocaat?
- Ik ben van plan advocaat te worden.
- Ik ken een meisje van wie de vader advocaat is.
- "Om een goede advocaat in de arm te nemen?" vroeg Al-Sayib.
- Advocaat-generaal.
- Advocaat-generaal
- Adjunct-advocaat-generaal
- Rechter-advocaat-generaal
- GEGEVENS OVER DE VOORGESTELDE ADVOCAAT
- bv. advocaat ** bv. ouder, voogd, directeur *** facultatief
- Handtekening van de verzoeker of van zijn advocaat:
- Het verzoek kan zonder bijstand van een advocaat worden ingediend.