Betekenis van:
afdrogen

afdrogen
Werkwoord
  • het vocht wegnemen van iets of iemand
"Voor straf moest hij de vaat afdrogen."
afdrogen
Werkwoord
  • op verpletterende wijze verslaan
"Zij werden helemaal afgedroogd door het andere team."
afdrogen
Werkwoord
  • afranselen

Voorbeeldzinnen

  1. „Regelmatig opnieuw insmeren, vooral wanneer u veel transpireert en na het zwemmen of afdrogen”.