Betekenis van:
afhaken

afhaken
Werkwoord
  • ophouden mee te doen
"na de tweede ronde afhaken"

Hyperoniemen

afhaken
Werkwoord
  • niet langer met een proces meedoen
"Die leerling had al eerder af moeten haken."
afhaken
Werkwoord
  • (een haakwerk) voltooien

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Volgens Duitsland is het afhaken van de kabelklanten, mocht daarvan al sprake zijn, niet noodzakelijkerwijs terug te voeren op de invoering van DVB-T.