Betekenis van:
afhaken
afhaken
Werkwoord
- niet langer met een proces meedoen
"Die leerling had al eerder af moeten haken."
Voorbeeldzinnen
- Volgens Duitsland is het afhaken van de kabelklanten, mocht daarvan al sprake zijn, niet noodzakelijkerwijs terug te voeren op de invoering van DVB-T.