Betekenis van:
afhakken

afhakken
Werkwoord
  • door hakken scheiden
"iets afhakken van iets"
"iemand een hand afhakken"

Hyperoniemen

afhakken
Werkwoord
  • door te hakken iets afscheiden
"De zijtakken werden eerst van de gevelde boom afgehakt."

Voorbeeldzinnen

  1. Eigenlijk wilde ik een jonkvrouw zijn in een toren die bewaakt wordt door zeven draken, en dan zou een prins op een wit paard alle draken hun kop afhakken en mij bevrijden.