Betekenis van:
afkomen

afkomen
Werkwoord
  • naderen langs
"de weg afkomen"

Hyperoniemen

afkomen
Werkwoord
  • toegaan naar
"ergens op afkomen"
"iets op zich af laten komen"

Hyperoniemen

afkomen
Werkwoord
  • ergens vandaan komen
"van de bakker/slager/het station afkomen"

Hyperoniemen

afkomen
Werkwoord
  • naar beneden komen
"(van) de berg, de trap afkomen"

Hyperoniemen

afkomen
Werkwoord
  • ''~ van'': van een probleem bevrijd worden, kwijtraken
"Hij zal niet gemakkelijk van die schulden afkomen."
afkomen
Werkwoord
  • ''~ van'': zijn oorsprong vinden, afstammen
"Volgens mij komt dat van de Byzantijnen af."
afkomen
Werkwoord
  • toegewezen of betaald worden
"Die late betaling kwam eindelijk af."
afkomen
Werkwoord
  • naar beneden komen, weg komen, langs komen
"Hij kwam de trap af"
afkomen
Werkwoord
  • officieel bekend gemaakt worden
"Deze benoeming zal spoedig afkomen"
afkomen
Werkwoord
  • ''op iemand ~'': iemand -soms dreigend- benaderen