Betekenis van:
afname

afname
Zelfstandig naamwoord
  • het minder worden
"De afname van zuurstof was groot."
afname (de ~ | meervoud afnames)
Zelfstandig naamwoord
  • dat wat verkocht wordt; verkoop
"de afname van melk in de kantine"

Synoniemen

Hyperoniemen

afname (de ~ | meervoud afnames)
Zelfstandig naamwoord
  • het verminderen
"de afname van de criminaliteit in deze wijk is een hoopvol teken"
"de oorzaak van deze afname is nog niet bekend"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

afname (de ~ | meervoud afnames)
Zelfstandig naamwoord
  • dat wat (aan)gekocht wordt

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. afname
  2. Werkelijke afname
  3. Gegarandeerde minimale afname
  4. Gegarandeerde afname (GWh)
  5. Maximale afname: 30 %.
  6. Afname (3210 + 3220 + 3230)
  7. Titel Afname (3210 + 3220 + 3230)
  8. Gegarandeerde minimale afname en gereserveerde capaciteit
  9. Afname van celmateriaal en verstrekking van DNA-profielen
  10. Afname van de hoeveelheid kerntechnisch materiaal door nucleaire transformatie.
  11. (lineaire afname in bereik 100 tot 300 MWth)
  12. Vermeld „nieuwkomer”, „sluiting” of „afname tot onder capaciteitsdrempel”.
  13. Ook is een afname van het aantal hypertrofe meren geconstateerd.
  14. Het systeem van gegarandeerde minimale afname verzacht die beperking grotendeels.
  15. Afname van 20 tot 40 % in de laatste 5 boekjaren, met een afname van maximaal 15 % in het laatste boekjaar