Betekenis van:
afschaffing
afschaffing (de ~ | meervoud afschaffingen)
Zelfstandig naamwoord
- het iets beëindigen
"de afschaffing van de apartheid in Zuid-Afrika"
"de afschaffing van de slavernij in de vorige eeuw"
Synoniemen
Hyperoniemen
afschaffing
Zelfstandig naamwoord
- het doen ophouden te bestaan van een regel, wet, instelling, ambt e.d
afschaffing
Zelfstandig naamwoord
- vonnisvernietiging
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Afschaffing van het exequatur
- Afschaffing van de tijdcharterbeperking
- Afschaffing van de contingenten
- COMMUNAUTAIR SCHEMA VOOR DE AFSCHAFFING VAN RECHTEN
- Afschaffing van het toezicht aan de binnengrenzen
- Afschaffing van het ad-valoremrecht van 9 %
- het Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid (nr. 105);
- Deze afschaffing treedt in werking op 1 april 2009.
- Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid (nr. 105)
- Tijdschema voor de afschaffing van rechten door de Gemeenschap
- tot afschaffing van de voorfinanciering van uitvoerrestituties voor landbouwproducten
- de afschaffing van het registratierecht op de inschrijving van hypotheken op zeeschepen;
- Afschaffing van alle discriminerende maatregelen jegens migrerende werknemers uit de Europese Unie en EU-onderdanen.
- Terugvordering en eventuele overgangsperiode met het oog op de geleidelijke afschaffing van de maatregel
- Afschaffing van het ad-valoremrecht van 9 % voor proteïneconcentraten (tariefpost 2106 1080).