Betekenis van:
afscheid
afscheid (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- afscheidsgroet; moment van weggaan
"afscheid nemen van iemand/iets"
"een roerend afscheid"
Synoniemen
Hyperoniemen
afscheid
Zelfstandig naamwoord
- een begroeting bij het elkaar verlaten