Betekenis van:
afscheidswoord

afscheidswoord (het ~ | meervoud afscheidswoorden)
Zelfstandig naamwoord
  • toespraak bij een afscheid
"Simon Vinkenoog sprak een kort afscheidswoord voor zijn overleden collega-dichter"

Hyperoniemen

afscheidswoord (het ~ | meervoud afscheidswoorden)
Zelfstandig naamwoord
  • groet tot afscheid; woord ten afscheid
"na een paar mooie afscheidswoorden sloot hij voor het laatst de deur achter zich"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen