Betekenis van:
afscheuren
afscheuren
Werkwoord
- door een scheurbeweging van een groter geheel losraken
"Als ze die plaat daar zo laten hangen scheurt er vanzelf een stuk af."
afscheuren
Werkwoord
- met een scheurbeweging losmaken
"Kun je van dat vel nog wat stukken afscheuren?"
Voorbeeldzinnen
- „afscheuren”, het scheiden van stukjes rubber van het loopvlak;
- „afscheuren”: het loskomen van stukjes rubber van het loopvlak;
- Deze eigenschap van tapekwaliteit is een specifieke eis van de auto-industrie; zo kunnen de arbeiders de plakband bij het isoleren van de kabels snel afscheuren.