Betekenis van:
afschot

afschot (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • hellingshoek voor waterafvoer
"de riolen moeten een voldoende afschot hebben"

Hyperoniemen

afschot
Zelfstandig naamwoord
  • een bewust aangebrachte helling van een vlak of leiding voor het doen af- of weglopen van vloeistof
"Er was onvoldoende afschot waardoor het water op het dak bleef staan."

Voorbeeldzinnen

  1. Afschot met passend geweer of pistool en passende munitie