Betekenis van:
afschrift
afschrift (het ~ | meervoud afschriften)
Zelfstandig naamwoord
- kopie
"een afschrift van [een brief/contract]"
"een afschrift van de brief is verzonden naar het ministerie van Justitie"
Hyperoniemen
Hyponiemen
afschrift
Zelfstandig naamwoord
- schriftelijke kopie
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- AFSCHRIFT VAN AANVULLEND BEVOEGDHEIDSBEWIJS
- Afschrift aan vlaggenstaat
- Afschrift aan secretaris NEAFC
- GEWAARMERKT AFSCHRIFT VAN AANVULLEND BEVOEGDHEIDSBEWIJS
- Afschrift aan uitvoerend secretaris NAFO
- een afschrift van het toekenningsbesluit;
- Afschrift van de te wijzigen beslissing
- een afschrift van het verzoek tot terugbetaling;
- afgifte van een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift;
- het saldo en de datum van het vorige afschrift;
- FYSIEKE KENMERKEN VAN HET GEWAARMERKTE AFSCHRIFT VAN EEN AANVULLEND BEVOEGDHEIDSBEWIJS
- Aan het ondertekende Nieuw-Zeelandse gezondheidscertificaat moet een afschrift van het invoercertificaat worden bevestigd; op dit afschrift moet de vermelding „gecertificeerd afschrift van het origineel” worden aangebracht en het afschrift moet door de certificerende ambtenaar worden ondertekend.
- „Dit certificaat is een eensluidend afschrift van het origineel.”.
- een afschrift van het certificaat van EG-modelgoedkeuring overlegt.
- De producent en de vervoerder bewaren ieder een afschrift.