Betekenis van:
afschuwelijk

afschuwelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • wat hevige afkeer opwekt
"Marteling is een afschuwelijke zaak."
afschuwelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • zo geweldig, zo enorm, dat men ervan schrikt
"een afschuwelijk overhemd"
"we hebben een afschuwelijke vakantie gehad"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik heb afschuwelijk gedroomd.
  2. Wat een afschuwelijk weer!