Betekenis van:
afstemming

afstemming (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het in overeenstemming brengen
"het is belangrijk dat er een betere afstemming van schooltijden op werktijden komt"
"afstemming op (de plaatselijke behoeften)"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

afstemming (de ~ | meervoud afstemmingen)
Zelfstandig naamwoord
  • instelling v.e. radio- of tv-zender; het gebruiksklaar maken
"een afstemming op [een zender]"

Synoniemen

Hyperoniemen

afstemming (de ~ | meervoud afstemmingen)
Zelfstandig naamwoord
  • wegstemmen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Afstemming nationale wetgeving
  2. Geen onderlinge afstemming of conglomeraateffect
  3. Afstemming van gegevens betreffende verplaatsingen van bankbiljetten
  4. Afstemming van voorraden muntstukken (strikte controle)
  5. Deze afstemming wordt door de externe accountants geviseerd.
  6. Deze afstemming wordt door de interne controle-instantie geviseerd.
  7. Afstemming van de gegevens betreffende verplaatsingen van muntstukken
  8. de afstemming van de computersystemen op die van Geodis is eveneens tot een goed einde gebracht.
  9. Afstemming van individuele overdrachten van muntstukken tussen (toekomstige) deelnemende lidstaten (minder strikte controle)
  10. Hierbij vindt een zorgvuldige afstemming plaats met het beleid inzake gezondheid en veiligheid op het werk.
  11. Die afstemming en complementariteit worden met name in het operationele programma aangegeven.
  12. Afstemming van het project op de sociale, culturele en politieke context (8 punten)
  13. de afstemming van wijzigingen in de waardeaanpassingen en voorzieningen voor dubieuze vorderingen, afzonderlijk vermeld.
  14. afspraak en/of onderlinge afstemming inzake de voorwaarden waaronder voorschotten bij bepaalde verkopingen worden verstrekt;
  15. Afstemming van het project op de sociale, culturele en politieke context