Betekenis van:
aftellen
aftellen
Werkwoord
- dalend tellen tot aan het moment dat iets volgens plan gebeuren moet
"Toen er afgeteld werd voor de lancering was de spanning te snijden."
aftellen
Werkwoord
- door tellen nauwkeurig afpassen
"Hij had voor het experiment vijf stapels van precies vijfhonderd bonen afgeteld."