Betekenis van:
aftocht
aftocht (de ~ | meervoud aftochten)
Zelfstandig naamwoord
- het terugtrekken; aftocht van troepen
"de aftocht blazen"
"vrije aftocht"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
aftocht
Zelfstandig naamwoord
- het weggaan
"De aftocht van de voetballers was grandioos, na die overwinning."