Betekenis van:
afvoer
afvoer (de ~ | meervoud afvoeren)
Zelfstandig naamwoord
- afvoerpijp
"de afvoer is weer eens verstopt"
"door de afvoer"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Ik haat het als haar de afvoer verstopt.
- Afvoer uitlaatgassen.
- Gescheiden afvoer hemelwater.
- Afvoer niet vooraf gemeld
- .1 Lenspompen en afvoer:
- Gemiddeld vochtgehalte bij afvoer
- B afvoer naar verzamelreservoir
- Maximumtemperatuur aan de afvoer: … K
- met afvoer voor de verbrandingsgassen
- Sanitair/waterleidingen: leidingen, kranen, afvoer en riolering.
- Installatie voor afvoer en droging van pluimveemest.
- bilge-olie uit de kade-afvoer
- Werkplekken voor autopsie met afvoer van lichaamsvloeistoffen, of toebehoren
- Systemen voor de afvoer van emissies van machines.
- Andere toestellen voor vloeibare brandstof, ijzer/staal, afvoer voor verbrandingsgassen