Betekenis van:
afweer

afweer (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • verdediging tegen aanvallen etc.; het verdedigen; het verdedigen
"de Belgische afweer kwam niet in gevaar"
"de afweer tegen [ziekten]"

Synoniemen

Hyperoniemen

afweer
Zelfstandig naamwoord
  • het afweren van aanvallen
"De afweer functioneerde perfect in de burgeroorlog."

Voorbeeldzinnen

  1. waterVolgens de verpakking kan het product worden gebruikt om de natuurlijke afweer van de keel te verbeteren en is het voor menselijke consumptie bedoeld.