Betekenis van:
afweging

afweging (de ~ | meervoud afwegingen)
Zelfstandig naamwoord
  • beweegreden
"een zorgvuldige/evenwichtige afweging"
"een afweging tussen [prijs en kwaliteit]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Afweging
  2. AFWEGING
  3. AFWEGING EN BESLISSING
  4. Afweging en besluit
  5. Negatieve gevolgen en algehele afweging
  6. De afweging volgens het Actieplan Staatssteun
  7. De afweging is als volgt gestructureerd:
  8. de afweging van voordelen en risico’s ongunstig is; of”;
  9. DE BIJ STAATSSTEUN TER ONDERSTEUNING VAN RISICOKAPITAALINVESTERINGEN TE MAKEN AFWEGING
  10. Beslissingen dienaangaande dienen te worden genomen na zorgvuldige afweging van de specifieke noodzaak.
  11. de vaststelling van prioriteiten bij de afweging tussen taken en middelen;
  12. Deze afweging is vooral terug te vinden in de inwerkingtredingsbepalingen van de verordening.
  13. Die afweging en berekening zal echter zowel door Duitse als door niet-Duitse wegvervoerders worden gemaakt.
  14. een wetenschappelijke afweging van de voordelen en risico’s van het geneesmiddel;
  15. Bij potentiële belangenconflicten neemt het ERCEA een beslissing na afweging van de omstandigheden van het geval.