Betekenis van:
afwijken

afwijken
Werkwoord
  • langzamerhand een andere richting aannemen
"afwijken van je richting"
"naar rechts afwijken"

Hyperoniemen

afwijken
Werkwoord
  • niet de gangbare norm volgen
"Hij week af van de norm en deed wat hij zelf wilde."
afwijken
Werkwoord
  • in strijd zijn met
"Waarom heeft het dagelijks bestuur afgeweken van het advies van de commissie?"

Voorbeeldzinnen

  1. De koolstofstroomwaarden mogen onderling slechts 6 % afwijken.
  2. Alle koolstofstroomwaarden mogen onderling slechts 3 % afwijken.
  3. De lidstaten kunnen van deze richtlijn afwijken:
  4. De rapporteringsperiodes kunnen afwijken van de meetfrequentie.
  5. De lidstaten kunnen van deze voorwaarden afwijken.
  6. De lidstaat mag volgens objectieve criteria van lid 2 afwijken.
  7. correcties van temperatuur- en drukwaarden die afwijken van de standaardwaarden;
  8. correcties van temperatuur- en drukwaarden die afwijken van de standaardwaarden;
  9. De bevoegde autoriteit mag van deze bepaling afwijken indien:
  10. kredietverzekeringskosten, indien zij afwijken van het gemene recht,
  11. Het speciaal comité kan van die bepalingen afwijken.”;
  12. Het speciaal comité kan van die bepalingen afwijken.
  13. Een lidstaat mag echter van deze eis afwijken indien:
  14. uitzonderlijke bedrijfscondities die afwijken van de voorschriften van de TSI's moeten tijdelijk en gepland zijn,
  15. Bij dit toerental mag het nettovermogen niet meer dan ± 5 % van het goedkeuringscijfer afwijken.